In de tomben van Egyptische piramides zijn goed afgesloten potten honing gevonden die 3000 jaar oud waren – niet bedorven maar eetbare honing! Van honing wordt wel gezegd dat het niet kan bederven. Let wel: dat geldt voor honing die goed afgesloten wordt bewaard en niet veel water bevat.
Honing bewaren
Honing kan het beste goed afgesloten bewaard worden op een koele, donkere plek. Liefst niet te koud omdat de honing dan kristalliseer. Gekristalliseerde honing of vloeibare honing maakt niet uit. Vloeibare honing ziet er mooier uit en is handiger bij het gebruik, maar verder zijn er geen verschillen. Het is dus niet zo dat gekristalliseerde honing niet goed meer is. Hetzelfde geldt voor de kleur van de honing; oudere honing wordt donkerder, maar dit wil niet zeggen dat het bedorven is.
Verder is het natuurlijk van belang dat er geen vieze lepel of andere voorwerpen met (restjes van) andere levensmiddelen er nog aan in de pot gedaan worden. Dan bederft vanzelfsprekend op zijn minst dat (misschien wel heel kleine) restje eten in de pot en dat is ook niet goed voor de honing.
In de Europese Unie zijn imkers verplicht om een maximale uiterste houdbaarheidsdatum van 2 jaar te hanteren. Dit heeft echter niet zoveel te maken met de houdbaarheid van de honing. Het watergehalte van de honing heeft wel gevolgen voor de houdbaarheid; bij een hoger waterpercentage gaat de honing gisten.
Gistende honing
Honing trekt water uit de lucht en daarom moet het altijd goed afgesloten bewaard worden. Als honing 20% of meer water bevat, is er een risico op gisting van de honing. Dit is gelukkig gemakkelijk te herkennen; bovenop is een schuimlaagje te vinden en de honing heeft een zuur alcoholgeurtje. In dat geval is het niet verstandig de honing te gebruiken.